Image by Steen Jepsen from Pixabay

Mario zat op de bank te kijken hoe zijn zusje haar cadeau uitpakt.


“Oh, wat leuk, een geruit rokje. Die past mooi bij mijn laarzen!”


Mario glimlachte. Eindelijk kon hij weer genieten van het leven. Dat was de voorgaande jaren wel anders geweest. De opleiding tot automonteur en de daarbij behorende stage hadden al zijn tijd en energie opgeslokt. Er was plaats voor drie betaalde krachten en de oudste ging met pensioen en waarom zou hij hem niet opvolgen? Als hij doorzette had hij een baan, dus studeerde hij hard en werkte vaak over. Tijd voor vrienden en hobby’s had hij toen niet meer.


Op een ochtend hoorde hij dat er een nieuwe automonteur was aangenomen. Boos was hij naar de baas gegaan. Hij had toch aangegeven dat hij die betrekking wilde hebben!


“Mario, je bent een aardige knul, maar deze meneer heeft meer ervaring. Maar ga vooral zo door jongen.”


Doorgaan? Ineens kon hij zich niet meer concentreren op zijn studie en in de garage hield hij het ook niet meer uit. Hij voelde zich moe en leeggezogen. De huisarts zei dat hij overspannen was en rust moest nemen.


Ook dat was makkelijker gezegd dan gedaan. “Ga eens wat nuttigs doen, zoon,” slingerde zijn vader hem geregeld naar het hoofd. “Hoe kan een knaap als jij nu overspannen raken?”


Hij keek naar zijn vader, die zijn overhemd niet met heel veel enthousiasme uit de verpakking haalde. Zo had hij er vele in de kast hangen.


Zijn zusje had hem toen gezegd dat hij misschien eens iets leuks moest gaan doen en nam hem mee naar een rommelmarkt. Daar vonden ze een boek over het naaien van kleding.


“Herinner jij je nog dat je kleertjes voor mijn barbiepoppen maakte,” plaagde zijn zus hem.


En of hij zich dat kon herinneren en ook dat hij dat ontzettend leuk had gevonden! Maar zijn vader vond het maar niets. Naaien en kleren ontwerpen was voor vrouwen en homo’s. Zijn zoon kon zich beter bezighouden met echte mannenberoepen.


In een opwelling kocht hij het boek voor twee euro. Thuis ontvreemdde hij de naaimachine van zijn moeder.


Hij ging rechtop zitten en was benieuwd hoe zijn moeder zou reageren. Ze pakte haar cadeau uit en werd in een keer zo rood als het satijn van het lingeriesetje in haar hand.


Als ze nu niet overtuigd waren, wat hij wilde, dan wist hij het niet meer.


“Nou, jongen,” zei vader grijnzend. “Ik geloof dat je je maar moet inschrijven voor die opleiding tot modeontwerper.”


Dat was het mooiste kerstcadeau die ze hem konden geven. Natuurlijk bestond de kans dat hij niet zou doorbreken, maar dan kon hij altijd nog een kleermakerszaak oprichten, toch? Nee, vanaf nu zou hij niet meer proberen te zijn, wat hij niet was.