Image by Nika Akin from Pixabay

De man met de grappige rode strik bleef maar tegen hem aanpraten en Barney knikte beleefd, maar verstond geen woord door de kwebbelende stemmen en de muziek om hen heen.

Eindelijk droop de strikman geïrriteerd af. Barney vluchtte snel naar de toiletten, daar was het rustiger. Een hand greep hem bij zijn arm.
“Man! Dat was een van de grootste filmproducenten en je zei geen stom woord!”
Barney staarde naar de vloer en besefte zijn flater. Ondertussen kreunde zijn schedel onder de bonzende pijn.
“Ik verstond hem niet.”
“Hoezo? Hij lulde toch geen Chinees?” De woorden knalden zijn hersenen binnen. Waarom praatte hij zo hard?
“Met die herrie versta ik niemand.”
“Herrie? Ik verstond hem luid en duidelijk! Luister eens Barney…”
“Stop!” schreeuwde Barney en met dichtgeknepen ogen drukte hij zijn vuisten krampachtig tegen zijn slapen. “Ik wil naar huis!”
“Naar huis? Ben je gek? This is the place to be! Netwerken, man! Netwerken!”
“Ik heb rust nodig.” Zijn stem klonk hoog en gespannen.
“Rust? Uitrusten doe je morgenochtend maar in het vliegtuig.”
“Vliegtuig…morgenochtend.” stamelde hij. De woorden speelden weer verstoppertje met hem.
“Change of plans, makker. Na dit feest halen we je spullen bij je thuis op en dan gaan we meteen door naar Duitsland!
“Duitsland?”
“Ja, je gaat daar auditie doen voor de film ‘Overload’.”
“Dat…gaat n…”
Triiiiiing! Met een gebaar maande Thomas hem tot stilte en pakte zijn telefoon. Barney’s benen trilden en zijn lippen waren samengeperst.
“Wat zei u? Oh, natuurlijk. Dat komt goed. Stuur maar door. We zullen er zijn.” Hij stak zijn telefoon tevreden in zijn zak.
“Goed nieuws, Barney. Je gaat in Amerika nog een auditie doen, maar je moet wel eerst een lap tekst uit je hoofd leren. Dat kan wel in het vliegt…”
Barney greep Thomas bij de strot…